Autobedrijven die gebruikte importauto’s via taxatie laten waarderen voor de BPM, krijgen steeds vaker te maken met subtiele pressiemiddelen van de Belastingdienst. Deze zogeheten nudging-strategie houdt in dat de fiscus ondernemers probeert te sturen richting minder gunstige waarderingsmethoden, zonder taxatie expliciet te verbieden. Zo wordt gedreigd met hoge naheffingen en extra controles om bedrijven af te schrikken van de taxatiemethode en hen te laten kiezen voor standaard afschrijvingsmodellen. In dit document bespreken we hoe autobedrijven succesvol weerstand kunnen bieden tegen zulke nudging-praktijken bij BPM-taxaties. We belichten de juridische argumenten die in hun voordeel spreken, de psychologische tactieken om druk te weerstaan en praktische methoden om het recht op taxatie te beschermen.
Nudging door de Belastingdienst bij BPM-taxaties
Nudging in deze context betekent dat de Belastingdienst gedrag probeert te beïnvloeden zonder directe dwang. In plaats van taxatie te verbieden, worden ondernemers ontmoedigd via subtiele aanmoedigingen, intensieve controles of het in twijfel trekken van taxatierapporten.
Enkele gehanteerde tactieken zijn:
- Waarschuwingen en risico-indicaties – Bij voortgezet gebruik van taxaties geeft men aan dat er risico’s bestaan op naheffingen en boetes.
- Selectieve handhaving – Bepaalde bedrijven worden eruit gepikt als voorbeeld en geconfronteerd met strenge controles of aanslagen.
- Herinterpretatie van taxaties – Inspecteurs zoeken spijkers op laag water om een ingediend taxatierapport te verwerpen of de waarde hoger vast te stellen.
De Belastingdienst mag echter niet op deze manier te werk gaan, omdat dit in strijd is met de behoorlijkheidsnormen en de plicht tot eerlijke en transparante communicatie.
Juridische argumenten en keuzevrijheid bij BPM-taxatie
Belastingplichtigen hebben wettelijk het recht om zelf de waarderingsmethode te kiezen die de laagste BPM oplevert. De wet voorziet in meerdere toegestane methoden om de restwaarde van een importvoertuig te bepalen:
- Forfaitaire afschrijvingstabel
- Erkende koerslijst
- Individueel taxatierapport
- Vergelijking met soortgelijke voertuigen
Volgens de wet en Europese regels is deze keuzevrijheid een fundamenteel recht. Artikel 110 van het Verdrag betreffende de Werking van de EU (VWEU) verbiedt namelijk een hogere belasting op een ingevoerde gebruikte auto dan op een vergelijkbare binnenlandse auto. Dit betekent dat de Belastingdienst altijd de berekeningswijze moet toelaten die tot de laagste resterende BPM leidt.
Recente jurisprudentie bevestigt deze rechten:
- In maart 2023 oordeelde de Hoge Raad dat de inspecteur actief de meest gunstige grondslag moet toepassen als daarvoor bewijs is geleverd (ECLI:NL:HR:2023:440).
- In februari 2024 bepaalde de Hoge Raad dat een BPM-taxatiewaarde mag afwijken van een koerslijst, mits deze objectief onderbouwd is (ECLI:NL:HR:2024:147).
Hieruit volgt dat de Belastingdienst geen discretionaire bevoegdheid heeft om een correct onderbouwd taxatierapport zomaar terzijde te schuiven.
Waterdichte taxatierapporten: Hoe voorkomt u discussie?
Een sterk BPM-taxatierapport voldoet aan de volgende eisen:
- Opgenomen vergelijking met Nederlandse referentievoertuigen
- Gebruik Nederlands gekentekende auto’s met vergelijkbare specificaties en ouderdom.
- Controleer via RDW-gegevens of handelsdatabases hoeveel BPM effectief is afgedragen op vergelijkbare voertuigen.
- Voeg als bewijs screenshots of uitdraaien bij van de RDW of handelsplatforms.
- BPM-druk correct berekenen
- Toon aan dat de resterende BPM op de geïmporteerde auto niet hoger is dan op een vergelijkbare Nederlandse auto.
- Gebruik een tabel waarin de BPM-druk per referentievoertuig wordt vergeleken.
- Juridische onderbouwing in het rapport
- Verwijs expliciet naar artikel 110 VWEU en relevante jurisprudentie.
- Benoem dat het afwijzen van deze onderbouwing strijdig zou zijn met Europese anti-discriminatieregels.
- Gebruik onafhankelijke koerslijsten
- Zorg dat deze aansluit bij de handelspraktijk en dat correcties worden toegepast op basis van afschrijvingstrends.
- Uitdraai als bewijsstuk
- Een uitdraai van een geaccepteerde koerslijst of een vergelijkbaar handelsplatform, waarop zowel de waarde op BPM-aangifte als de waarde volgens afschrijvingstabel wordt getoond, kan een sterk bewijsstuk zijn.
- Deze gegevens laten zien hoe de handelsinkoopwaarde bij import wordt teruggerekend uit het bruto BPM-bedrag en hoe dit zich verhoudt tot de forfaitaire afschrijvingstabel van de Belastingdienst.
- In een geaccepteerde koerslijst kan een dergelijk bewijsstuk eenvoudig worden gevonden door een voertuig op kenteken te zoeken. De relevante informatie verschijnt dan in het tabblad Basisoverzicht. Dit maakt het mogelijk om snel een objectieve vergelijking te maken en de juiste gegevens als bewijsstuk te gebruiken in bezwaarprocedures.
- Voorbeeld van een sterke juridische formulering in het rapport: “Uit vergelijking met Nederlandse referentievoertuigen met kenteken X en Y blijkt dat de resterende BPM-druk op deze voertuigen €Z bedraagt. Om fiscale discriminatie te voorkomen, dient de resterende BPM van het importvoertuig niet hoger te zijn dan dit bedrag, conform artikel 110 VWEU en uitspraak HR 24-03-2023 (ECLI:NL:HR:2023:440).”
Door een dergelijke onderbouwing wordt het voor de Belastingdienst veel moeilijker om een taxatierapport te verwerpen of een hogere BPM te claimen.
Praktische methoden om weerstand te bieden tegen nudging
Naast juridisch en mentaal weerbaar te zijn, kunnen autobedrijven de volgende tactieken hanteren:
- Direct bezwaar en beroep instellen bij onterechte naheffingen.
- Samenwerken binnen de branche om kennis en ervaring te delen.
- Gesprekken met de Belastingdienst laten opnemen en schriftelijke bevestiging van uitspraken vragen.
- Een adviseur meenemen naar gesprekken en onderbouwen waarom een taxatie correct is uitgevoerd.
- Proactief bewijs verzamelen zoals schadehistorie en handelswaardes.
Conclusie: Wees voorbereid en verdedig uw rechten
De Belastingdienst past nudging toe om autobedrijven richting minder gunstige BPM-methodes te sturen. Door strategisch te handelen, taxaties juridisch te onderbouwen en gesprekken met de Belastingdienst goed vast te leggen, kunnen autobedrijven sterker staan in BPM-geschillen.
Om volledige en objectieve verslaglegging te waarborgen, wordt aangeraden om alle gesprekken met de inspecteur – zowel fysiek als telefonisch – op te nemen met behulp van Fireflies.ai.
Laat u niet onnodig afschrikken, maar verdedig uw rechten met feiten, wetgeving en rechtspraak. Zorg ervoor dat u zich bij gesprekken met de Belastingdienst laat bijstaan door een jurist of BPM-deskundige en stel als voorwaarde dat het gesprek wordt opgenomen, om een objectieve en controleerbare verslaglegging te waarborgen.