Koerslijstgebruik, de forfaitaire tabel en BPM-taxaties: feiten en misverstanden

De waardebepaling bij BPM-heffing is een onderwerp dat regelmatig discussie oproept. Er wordt vaak gesuggereerd dat koerslijsten en de forfaitaire tabel objectief en onbetwistbaar zijn, terwijl BPM-taxaties met argwaan worden bekeken. Maar hoe zit dat juridisch? En wordt de belastingplichtige wel altijd eerlijk behandeld? Tijd om de feiten op een rij te zetten.

1. BPM-heffing: keuzevrijheid of sturing?

Bij de BPM-aangifte heeft een belastingplichtige drie methodes om de waarde van een voertuig te bepalen:
✔️ Een koerslijst (mits gebaseerd op daadwerkelijke transacties).
✔️ Een taxatierapport, indien een voertuig buiten de koerslijstwaardering valt of een afwijkend schadeverleden heeft.
✔️ De forfaitaire tabel, die uitgaat van een standaard afschrijvingspercentage op basis van leeftijd.

Juridisch gezien is er keuzevrijheid, maar in de praktijk wordt die soms beïnvloed. Er zijn gevallen waarin belastingplichtigen te horen krijgen dat een koerslijst of taxatie extra controle oplevert, terwijl de forfaitaire tabel vrijwel altijd direct wordt geaccepteerd. Soms wordt zelfs in zogeheten “nudge-gesprekken” aangestuurd op de tabel met argumenten als: “Als u de tabel gebruikt, heffen we niet na.”

Dit roept vragen op: Wordt hier écht vrije keuze geboden, of wordt de belastingplichtige subtiel gestuurd?

2. Snellere goedkeuring van koerslijsten en de tabel: fiscale discriminatie?

De Belastingdienst keurt forfaitaire tabelberekeningen vaak direct goed, terwijl BPM-taxaties steevast extra gecontroleerd worden. Dit heeft gevolgen:
🔹 Als een methode sneller en eenvoudiger wordt geaccepteerd dan een andere, is er dan nog sprake van gelijke behandeling?
🔹 Worden belastingplichtigen ontmoedigd om hun recht op een taxatie uit te oefenen, zelfs als dat de laagste BPM oplevert?

De Hoge Raad (HR 2023:440) heeft duidelijk bepaald dat de fiscus géén vrije keuze heeft in de “kan-bepaling” van artikel 10b lid 1 Wet BPM. Dit betekent dat de Belastingdienst actief het meest gunstige BPM-bedrag moet toepassen, ongeacht de methode. Als een koerslijst of taxatie leidt tot een lager BPM-bedrag, mag die niet indirect worden ontmoedigd.

3. Taxaties zijn méér dan schadevaststelling en verplicht volgens artikel 110 VWEU

Een hardnekkig misverstand is dat taxaties alleen gebruikt mogen worden bij schadevoertuigen. HR 2024:147 bevestigt dat taxaties óók gelden voor voertuigen:
✔️ Die niet correct in een koerslijst zijn opgenomen.
✔️ Met een afwijkend schadeverleden, zoals ex-rental of ex-leaseauto’s.
✔️ Waarvan de koerslijstwaarde niet aansluit op de werkelijke marktwaarde.

Daarnaast speelt artikel 110 VWEU een cruciale rol. Dit artikel bepaalt dat de BPM op een ingevoerd voertuig nooit hoger mag zijn dan de rest-BPM in een vergelijkbaar voertuig dat al in Nederland is geregistreerd. De Belastingdienst moet dus altijd aansluiting zoeken bij binnenlandse marktwaarden.

Wanneer een taxatierapport onderbouwd aantoont dat de BPM-heffing hoger uitvalt dan de rest-BPM van een soortgelijk Nederlands voertuig, moet deze correctie worden toegepast. Dit voorkomt fiscale discriminatie en waarborgt eerlijke BPM-heffing. De Hoge Raad bevestigde dit in ECLI:NL:HR:2024:147, waarin werd bepaald dat een taxatierapport niet alleen de fysieke staat van een voertuig vastlegt, maar ook juridisch afdwingt dat de juiste waardering wordt toegepast.

Een goed onderbouwd taxatierapport is dus geen vrijblijvende optie, maar een juridisch instrument om de juiste BPM-heffing af te dwingen en fiscale discriminatie te voorkomen.

4. Objectiviteit en marktwerking: hoe onafhankelijk is een koerslijst?

Koerslijsten worden vaak als objectief gepresenteerd, maar uit Woo-besluiten blijkt dat koerslijstaanbieders direct overleggen met de Belastingdienst over hoe waarderingen worden verwerkt. Dit roept terechte vragen op:
❓ Hoe objectief is een koerslijst als er directe beleidsafstemming plaatsvindt?
❓ Waarom hebben onafhankelijke taxateurs geen vergelijkbare invloed?
❓ In hoeverre worden koerslijstwaardes beïnvloed door het feit dat ze in de praktijk vaak sneller worden goedgekeurd?

Daarnaast heeft de Hoge Raad in ECLI:NL:HR:2020:1666 bepaald dat een koerslijstwaarde alleen bruikbaar is als deze gebaseerd is op daadwerkelijke transacties. Indien dat niet het geval is, mag een belastingplichtige een taxatierapport gebruiken om de handelswaarde correct vast te stellen. Dit betekent dat koerslijstwaardes niet zonder meer als absolute waarheid kunnen worden beschouwd.

Een eerlijke BPM-heffing vereist transparantie en een correcte onderbouwing van de gebruikte waarderingsmethode.

5. AI en BPM-handhaving: een ‘black box’?

Uit een recent Woo-besluit blijkt dat de Belastingdienst steeds vaker AI en algoritmes inzet voor BPM-controles. Dit roept een belangrijke vraag op: hoe wordt bepaald welke aangiftes extra worden gecontroleerd?

Als een algoritme automatisch BPM-taxaties als “risicovol” markeert en koerslijsten of tabelgebruik vaker direct goedkeurt, ontstaat een oneerlijke situatie. De EU-wetgeving over AI en dataverwerking eist dat systemen controleerbaar en uitlegbaar moeten zijn, vooral als ze financiële of juridische gevolgen hebben.

Een geautomatiseerd systeem mag niet stiekem sturen op goedkeuring of afwijzing zonder dat belastingplichtigen weten hoe dat gebeurt.

Conclusie: gelijkwaardige behandeling is geen optie, maar een plicht

✔️ Belastingplichtigen hebben keuzevrijheid, en die mag niet worden beïnvloed.
✔️ Een voorkeur voor forfaitaire tabellen of koerslijsten mag geen fiscale discriminatie veroorzaken.
✔️ Taxaties zijn méér dan schadebepaling en moeten gelijkwaardig worden behandeld.
✔️ Artikel 110 VWEU verplicht aansluiting bij de BPM-restwaarde van soortgelijke voertuigen in Nederland.
✔️ ECLI:NL:HR:2020:1666 bevestigt dat koerslijsten gebaseerd moeten zijn op reële transacties.
✔️ Transparantie over AI-gebruik en koerslijstberekeningen is essentieel.

🚗 Een eerlijke BPM-heffing betekent dat álle methodes écht gelijkwaardig worden behandeld. BPM-taxaties deugen wél en beschermen belastingplichtigen tegen te hoge heffingen. Geen gesjoemel, maar rechtsbescherming in actie.

📢 Wat vinden jullie? Moeten BPM-taxaties en koerslijsten écht gelijkwaardig behandeld worden? En hoe transparant moet de fiscus zijn over koerslijstberekeningen en AI-controles? Laat het me weten in de reacties!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Koerslijstgebruik, de forfaitaire tabel en BPM-taxaties: feiten en misverstanden