Het Europese Wetgeving Artikel 110 VWEU is een centrale spil in de waardebepaling van importvoertuigen:
De lidstaten heffen op producten van de overige lidstaten, al dan niet rechtstreeks, geen hogere binnenlandse belastingen van welke aard ook dan die welke, al dan niet rechtstreeks, op gelijksoortige nationale producten worden geheven.
Bovendien heffen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen, dat daardoor andere producties zijdelings worden beschermd.
Veel discussies rondom de bepaling van importvoertuigen spelen zich binnen dit spectrum af. Feitelijk stelt dit artikel in het kader van de aan te geven bpm dat niet méér bpm geheven mág worden dan reeds eerder is geheven op een soortgelijk eerder geregistreerd voertuig.
De interpretatie van deze uitleg leidt tot verschillend inzicht; zélfs tussen taxateurs onderling. Wanneer is het immers ‘soortgelijk’. De discussie daaromtrent wordt door S-Tax bijvoorbeeld weer heel anders gevoerd dan door Bolsenbroek & Partners. Dat uit zich eveneens in een onderling afwijkende werkwijze bij het taxeren. De ontwikkelingen ten aanzien van wat meest juist of best toepasbaar is zijn gaande.
Buiten kijf staat dat Europees Recht bóven Nationaal Recht staat. In recente ontwikkelingen binnen de rechtspraak blijkt regelmatig dat dit té vaak, té luchtig wordt beoordeeld.